Het is 26 februari 2015 en ik ben onderweg naar st Jean Pied de Port, ik ga naar Santiago lopen. Als ik een poosje in de trein zit dan overvalt me ineens een intense spanning. Het gaat dwars door me heen en neemt me over.
Het duurt een poosje voor het tot me doordringt dat dit pure angst voor het onbekende is: ik ga in mijn eentje een tocht van 800km maken en ik heb geen idee wat ik tegemoet ga, volkomen onbekend. Ik blijf erbij met al mijn aandacht, na 1,5 uur sijpelt als vanzelf de angst uit me weg. Verwonderd voel ik nieuwe levenskracht in mijn lijf.
Afgelopen zomer gebeurt het me weer: ik verblijf in mijn eentje in een huis in de middle of nowhere, ver van de bewoonde wereld. Off road kun je er alleen met een jeep komen. Paniek overvalt me, eerst zoek ik mijn toevlucht in andere dingen, dan ga ik zitten en blijf erbij. En na een poosje maakt de angst plaats voor een diep gevoel van geluk.
In mijn leven, dit laatste half jaar, vindt er een verandering plaats, ik kan er nog nauwelijks woorden aan geven. Ik reis van het oude land naar het nieuwe land, ook in mijn dromen. Het gaat met hobbels gepaard en soms ook met diepe angst. Er worden fundamenten aangetast, van alles wankelt, het is alsof ik moet leren vallen. Maar hoe blijf ik bij mezelf en de angst, als de aardbeving langer duurt dan ander half uur?
Ik moet denken aan mijn reis als 3 jarige, van het vertrouwde land naar het onbekende land.
Daar sta ik, aan de reling van dat immens grote schip, mijn handjes houden de rand stevig vast en ik kijk uit over een eindeloze zee die maar niet ophoudt. 7 dagen lang varen we, van Nederland naar Israël, het onbekende land. Ik heb mijn lieve opa moeten achterlaten en zoveel meer geliefden en zoveel meer vertrouwds. Wat moet het spannend geweest zijn voor de kleine.
Nu, met terugwerkende kracht, pak ik soms haar handje beet en zeg ik: ‘het komt goed, echt waar, ik ben bij je’.
Nu weet ik wat me te doen staat: aanwezig zijn voor mezelf als ik de oversteek maak en bang ben: door de hand van de kleine beet te pakken en te zeggen: ‘het komt goed, ik ben bij je, het is een mooie en intense reis, maar we zullen aankomen in het Nieuwe Land.’
Voor een ieder is het onbekende land iets anders, iedereen moet langs angst als je aan de overkant wilt komen. Wees aanwezig bij de angst en de kleine, op jouw manier. Op weg naar Nieuw land.
Mirjam