Soms precies het tegenovergestelde van wat het lijkt

In de opstelling staan ze tegenover elkaar, als partners. Zij trekt zich terug, haar lijf verkrampt: “ik wil ruimte, hij wil teveel van mij.”
Hij sluit zijn ogen en doet een stap opzij, zodat hij niet meer tegenover haar staat: “de spanning is zo groot, ik weet niet wat ik moet doen, laat ook maar.’
Beiden voelen ze een grote spanning in de ruimte tussen hen in. Onoverkomelijk, zo lijkt het.

Als hij praat, zie ik haar iets bewegen. “Wat doet het met je als je zijn stem hoort?” vraag ik. “Ik word nieuwsgierig”, zegt ze. Hij ontspant meteen. ” Zeg dat nog eens”, vraag ik. ” Ik word nieuwsgierig als ik je stem, hoor”. Inmiddels is hij weer naar haar toe gedraaid en heeft zijn ogen open. Zij giechelt.
“Ik wil je graag vasthouden als je dat nodig hebt.” zegt hij. Ze giechelt weer.
Ik geef haar de woorden om te proeven:” ik wil me zo graag met je verbinden, maar ik weet niet hoe en ik ben zo bang”, nu kijkt ze hem aan. Hem geef ik de woorden:” ik wil het zo graag goed doen, ik ben bang dat ik het verkeerd doe.”
Beiden lachen nu naar elkaar, is dat alles? Inmiddels spat de liefde ervan af..

Met haar ga ik verder werken, het is haar opstelling. Haar vader komt het veld in en het wordt zichtbaar wat een strijd het voor haar is om in haar eigen ruimte te blijven en hem te begrenzen. Aan het onderliggende verlangen om naar hem uit te reiken en zich met hem te verbinden, komt ze niet toe. De spanning tussen haar en haar partner komt hier vandaan. En wellicht ook uit het veld achter hem.

Nieuwe woorden en nieuwe bewegingen zijn nodig om diepere, bijna vergeten, verlangens ruimte te geven, waardoor er ruimte ontstaat voor nieuwe mogelijkheden.
‘Ontgin nieuw land, en zaai niet tussen de dorens.’ (Jeremia 4:3)

Ze zijn uit elkaar gegaan. Zij heeft een nieuwe liefde, hij zit tegenover mij in de stoel. Hij tiert wat af, hij breekt alle jaren met haar af tot op de bodem, niks blijft heel, alles is haar schuld. Hij isoleert zich in het leven, heeft weinig contact met anderen. “Ben je bang dat jij een fout hebt gemaakt? Dat het allemaal jouw schuld is?” De woordenstroom stokt, de tranen schieten in zijn ogen.

Het isoleren van zichzelf en de wereld de schuld geven is voor hem vertrouwd, is zaaien tussen de dorens. Durven kijken naar zijn angst dat het allemaal zijn schuld is, voortkomend uit zijn lage eigenwaarde, dat is de kwetsbaarheid in de ogen kijken. Dan komt er realiteitszin: zo is het gegaan, beiden hebben er wellicht een hand in, en het is zo verdrietig en pijnlijk dat het voorbij is. En dan zichzelf opnieuw welkom heten in de wereld, dat is nieuw land ontginnen.

Wegduwen als je vastgehouden wilt worden. Isoleren als je erbij wilt horen. Grenzen trekken als je wilt uitreiken. Afbreken als je wilt opbouwen. Onze diepste kwetsbaarheid beschermen, doen we blijkbaar vaak door de omgekeerde beweging in te zetten. En dat gaat als waarheid aanvoelen. Wat is het een kunst om jezelf goed te verstaan.

In mijn prille relatie kom ik mijn wantrouwen soms tegen. Het geloof dat hij misschien blijft en van me houdt is wankel. Vertrouwder is het gevoel dat de ander vertrekt. Als ik midden in dat wantrouwen zit, dan voelt het zo verschrikkelijk waar , dat ik nauwelijks kan geloven dat de werkelijkheid misschien anders is. In dat wantrouwen duw ik hem weg en neem ik afstand.
Op een keer ga ik dieper mijn lijf in, ik voel de spanning, daar blijf ik bij. Dan komen de zachte woorden: ” ik wil me zo graag met je verbinden, maar ik ben zo bang dat je gaat.. of eigenlijk: dat je blijft.”

En dit hardop zeggen… brrrrrr..

Oh ja ” ontgin nieuw land”, dus toch maar schoorvoetend komen met mijn kwetsbaarheid. Want het wantrouwen is zaaien tussen de dorens, hoe vertrouwd ook.

Ontgin nieuw land.

Judith Mirjam

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *