Aanwezigheid

Die ene woensdag, aan het eind van de zomer, rijd ik uit Frankrijk rechtstreeks naar haar toe. In de rolstoel voorovergebogen, ze heft haar hoofd en ze ziet me, na 5,5 week afwezigheid. Ze verblikt of verbloost niet. Maar de minieme twinkel in haar ogen verraad dat ze er nog is en me herkent. Ze is nog aanwezig of Het is nog aanwezig in haar.
Ik laat haar mijn bus zien, waar ik mee heb gereisd. Ze zegt al een poosje niks meer en kijkt veelal wazig voor zich uit. Maar nu heft ze weer haar hoofd en kijkt de bus door van voor naar achteren. Zou ze me verstaan? Zou ze aanvoelen hoe belangrijk dit voor me was?
Ik was 40 dagen op pad met deze bus, op zoek naar bezielde plekken, ruimtes met Aanwezigheid.

Zoals de kathedraal van Chartres, een reus van een heilige ruimte, met vertellende ramen over eeuwenoude verhalen. Met het labyrint dat niet liegt over het leven, maar je laat dwalen langs eindeloze bochten en wendingen, voor je in het midden bent. Er is nu eenmaal geen short cut.

Aanwezigheid kan indalen op plekken waar holding is, bedding van muren en aardekracht. Aanwezigheid kan indalen in holding space van rituelen, in de raakbaarheid van schoonheid, in de muziek van de kunst.
Jouw ziel ontmoet daar misschien de Grote ziel.
Ik heb gemerkt dat ook als er ruis is, er te dikke muren zijn, er geen kunst is of een open raam, dat ook dan de Aanwezigheid haar weg vindt, naar jou toe, in jou, tegen de klippen op. Ze wil nu eenmaal op aarde zijn, tussen mensen. In mensen.

Na twee dagen blijk je longontsteking te hebben, mama, er is geen weg meer terug. We beslissen tot geen behandeling, je lieve lijf is te moe. Als ik je kamer binnen kom die dag en op de stoel naast je bed kom zitten, open je je ogen en kijkt me aan.
Wat voor ogen zijn dat? Zo aanwezig dat alles weg valt, alleen ‘jij en ik en de Aanwezige’.
Ik huil, ik roep, ik fluister, ik houd je vast: “ga maar” en “maar ik kan je nog niet missen”.

Vijf volle dagen, tijdloos, verkeer ik in een heilige ruimte met jou, met mijn zussen, mijn broer en mijn vader. Ik worstel, ik zit, ik zing, ik bid en ik zorg. En jij kijkt.
De hemel raakt de aarde.

“En daartoe is de mens geschapen, om beide werelden te verenigen’ M. Buber.

Het is een stukje hemel op aarde, jou zo nabij, de liefde in mijn hart zo groot. Ik voel me congruent met dat wat er is. Ik volg jou. Jij volgt mij met je ogen.
Mijn ziel zo aanwezig. Voel ik goed dat jouw ziel ook aanwezig is?

De dag dat je sterft kijk je niet meer. Je lijf werkt tegen de klippen op, je geest lijkt tot rust te komen. Daar gaat je aanwezigheid. De Aanwezige voelbaar, zo dichtbij.

Ook bij een geboorte raakt de hemel de aarde. In een wervelstorm van aarde en water worstelt het kind zich een weg naar buiten. De scheiding is ingezet. De ziel vecht zich een weg in het kind om aanwezig te blijven. Het roept:” ik wil leven!”

Het leven zal een reis worden om de ziel stukje voor stukje kwijt te raken aan de weerbarstigheid van de aarde, door het stoten aan je geschiedenis, de weg die je gaat. Het zal je vormen. En je zult je er in hervinden, wie jij bent.
En er komt een moment van terugkeer, zoals in het labyrint, eerst een weg naar buiten , en dan weer via zoveel wendingen weer naar binnen. Tot in het midden. De stukjes van je ziel weer tot eenheid. Stukjes hemel weer bij je terug.

“De mens werkt mee aan deze eenheid door een heilig leven met de wereld waarin hij geplaatst is, op de plaats waar hij staat.”

De kunst is om de aanwezigheid toe te laten waar je nu bent. Iedere keer weer een kleine geboorte. je ziel te laten indalen in waar je bent en zo het grotere te voelen. Weten dat je gewenst bent , in deze wereld thuis hoort. Doen wat je doen met. In al je verlorenheid weten dat je geborgen bent.
De Aanwezigheid woont daar, waar je haar toe laat.

Op sommige plekken op aarde, op sommige momenten in je leven is het meer voelbaar dan in het gewone leven. Maar het is er altijd. Kunst, schoonheid, stilte, rituelen, heilige ruimtes helpen. Maar het is er ook nu, en hier. Het vraagt een zachte alertheid.
Voel je de zachte bries? Dat warme stroompje in je lijf? Je blik die ergens heen getrokken wordt? Je ademt iets dieper in? Je bent even ontroert?
Aangeraakt worden door je ziel, verbonden met het Grotere.
Aangeraakt worden door de Aanwezigheid.

Judith Mirjam

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *