De Aarde eren

Als ik vroeg in de ochtend naar buiten ga, is het nog zo stil. De stad slaapt nog. De golfjes op het water weerspiegelen de opkomende zon, de logge schepen liggen rustig in het water, de rimpels komen me met de wind tegemoet. Die warme winterlucht streelt mijn neus en doet me denken aan Israel, terwijl er geen bergen of zee te bekennen zijn. De twee bomen die ik altijd weer begroet, begroeten me terug. Ze zijn hun maatjes de afgelopen maanden kwijt geraakt, voor het bouwen van een aanlegsteiger voor de schepen die door de sluis gaan, moesten er heel wat bomen omgehakt. Nog weken rook het naar vers hout, omgehakt en versnipperd.

De laatste jaren maak ik me steeds ongeruster over de aarde en de mensen die haar bewonen. Hoe kunnen we zo omgaan met een aarde, waar we zoveel van krijgen, onze huizen op bouwen, onze kinderen mee voeden, onze dorst mee lessen. Wanneer is het in evenwicht, wanneer is het uit evenwicht, wanneer is geven en nemen in balans.

Systemisch gezien is er een orde. Ouders komen voor hun kinderen, grootouders komen voor de ouders en het Grotere komt voor alles. We mogen onze voorgangers eren, voor we ons eigen pad gaan, we lopen verder waar zij stopten. Dank jullie voor die gebaande paden, dank voor de steun, de talenten, de bouwstenen, dank voor het leven. Zo ook in organisaties, je mag je voorgangers eren, de initiatiefnemers, de eersten. Iedereen die ergens binnenkomt en denkt: ‘zo ik zal eens even laten zien hoe het moet of hoe het ook kan: het is misschien een nobele wens van je, maar vergeet niet achterom te kijken en te eren, dan pas kun je verder.’

Wie zijn wij dat we denken dat het leven maakbaar is? Dat de aarde maakbaar is? Dat we Haar kunnen voegen naar wat wij denken dat goed is? Hoe ver kunnen we kijken met mensenogen? Hoe makkelijk geloven we de media, de politici, lobbyisten, goedpraters… zodat we gerustgesteld zijn en niet zien waar het uit balans raakt? Hoe groot maken we onszelf? Groter dan de aarde, groter dat God, dan dat wat Groter is dan wij?

In systemisch werk zie je vaak dat kinderen zich groter hebben gemaakt dan hun ouders, soms ook dan de grootouders. Vanuit een kwetsing of een gemis hebben ze dat gedaan uit overleving, ze konden niet anders. ‘Ik kan het wel alleen af, dat lijkt me beter.’ Liever alleen en ‘groot’ verder dan het gemis dagelijks voelen. Vaak gaat dat gepaard met oordelen over de ouders, het beter weten, erboven gaan staan. Je betaalt er alleen ook een prijs voor: je hart stokt. Want de stroom van liefde gaat bij een kind van laag naar hoog, niet van hoog naar laag, de liefdesstroom stopt.

Doen wij niet hetzelfde met de aarde? Maken we onszelf niet te groot, groter dan de aarde, omdat we denken het beter te weten, tegen beter weten in? En dan stokt ons hart.. en weten en voelen we niet meer wat echt goed is.

Hebben we niet teveel van haar genomen? Als een moeder van wie we vinden dat ze eindeloos moet geven, we vragen niet, we dwingen haar. We willen meer en meer.. om een gemis goed te maken? Om een pijn niet te voelen? Om een leegte op te vullen?
En een moeder is geduldig, zeker deze Moeder, hoe lang zal ze over haar grens laten gaan? En ergens knaagt er bij ons een schuldgevoel… ergens in het collectieve veld van de mensheid knaagt er een schuldgevoel, want geven en nemen is uit ballans, al een hele poos. Verblindt door onze collectieve visie dat de economie en de welvaart moet blijven groeien.

Vader en moeder komen voor de kinderen. Grootouders komen voor de ouders. Het Leven komt voor dat alles, dat wat Groter is. En Moeder aarde hoort daarbij. Als wij Haar gaan eren, als we buigen voor wat Ze ons geeft en voor wat Ze niet geeft en dat nemen voor wat het is. Komt er dan niet een grote rust? Valt alles in de ordening zoals het bedoeld is? Kan ze dan weer Moeder zijn die ons steunt en voedt, ipv een Moeder die uitgeput raakt en probeert te overleven? Laten we kinderen van de Aarde worden, die nemen, geven en lief hebben en die onze eigen verantwoordelijkheid te nemen.

De aarde behoort niet aan de mens. De mens behoort aan de Aarde. Alles hangt samen als het bloed dat een familie verbindt. Alles hangt met alles samen. De mens heeft het web van het leven niet geweven. Het is slechts één draad ervan. Wat hij met het web doet, doet hij met zichzelf. (uit een toespraak van opperhoofd Seatle)

Om de ziel terug in de wereld te brengen, zullen we eerst het contact met onze ziel, onze bezieling terug moeten vinden. Aanwezig te zijn in deze wereld, onderdeel uit te maken van de grote familie, dat vraagt om deelnemersschap: kind te zijn, in het leven stappen, niet als toeschouwer of regisseur, maar als broer of zus van de ander, niet met je ogen gesloten, maar met open ogen en met je voeten rustend en erend op de aarde.

Ik wens jullie een mooie overgang naar het nieuwe jaar met beide voeten op de grond, en je ogen geopend voor al wat is, het gemis en het schoons.

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *